In onderstaande twee tabellen is de eindterm MVT/K/4 gekoppeld aan een ERK-niveau en de betreffende ‘can do’-descriptoren uit Taalprofielen (Taalprofielen 2015). De eerste tabel betreft de leerweg bb en de tweede tabel de leerwegen kb, gemengd en theoretisch. Voor alle leerwegen zijn de eindniveaus gebaseerd op de resultaten van het ijkingsonderzoek van Cito (2014) U vindt een link in het rechtermenu. Voor bb is het examen geijkt op ERK-niveau A2, voor kb en gl/tl op B1. In de sectie Het ERK van deze site (link in rechtermenu) wordt per leerweg nader toegelicht bij welk percentage van de scorepunten dit niveau daadwerkelijk behaald wordt.
De tabellen zijn als volgt opgezet. In de eerste kolom staat de eindterm MVT/K/4 leesvaardigheid. In de tweede kolom staat het ERK- niveau waarop het centrale examen leesvaardigheid geijkt is. In dezelfde kolom staat een korte beschrijving van het betreffende beheersingsniveau. De derde kolom bevat de subvaardigheden van leesvaardigheid en alle betreffende ‘can do’-descriptoren uit Taalprofielen (2015).
Voor het ontwikkelen van leesopdrachten kan hieruit geput worden.
Examenprogramma eindterm MVT/K/4 Leesvaardigheid | Streef- en beheersingsniveau ERK | Subvaardigheden Lezen (Taalprofielen, 2015) |
De kandidaat kan aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte. De kandidaat kan de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven. De kandidaat kan de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. De kandidaat kan gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken. De kandidaat kan verbanden tussen delen van een tekst aangeven.
| Streefniveau A2
Beheersingsniveau De kandidaat kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Hij/zij kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen. De kandidaat kan korte eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
| Correspondentie lezen De kandidaat kan:
- een korte, eenvoudige (standaard)brief of e-mail begrijpen.
Oriënterend lezen De kandidaat kan:
- specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal;
- eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen;
- in lijsten, overzichten en formulieren specifieke informatie vinden en begrijpen;
- veelvoorkomende borden en mededelingen begrijpen.
Lezen om informatie op te doen De kandidaat kan: - specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten;
- de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website;
- korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen;
- door meelezen eenvoudig audiovisueel materiaal begrijpen.
Instructies lezen De kandidaat kan:
- eenvoudige, korte en goed gestructureerde instructies begrijpen.
|
Examenprogramma Eindterm MVT/K/4 Leesvaardigheid | Streef- en beheersingsniveau ERK | Subvaardigheden lezen (Taalprofielen, 2015) |
- De kandidaat kan aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte.
- De kandidaat kan de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven.
- De kandidaat kan de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.
- De kandidaat kan gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken.
- De kandidaat kan verbanden tussen delen van een tekst aangeven.
| Streefniveau B1
Beheersingsniveau De kandidaat kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse, of aan zijn/haar werk gerelateerde taal. De kandidaat kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
| Correspondentie lezen De kandidaat kan:
- persoonlijke brieven, e-mails en vormen van sociale media voldoende begrijpen om met iemand te kunnen corresponderen;
- een eenvoudige formele brief of e-mail voldoende begrijpen om adequaat te kunnen reageren.
Oriënterend lezen De kandidaat kan:
- relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten op internet of in andere media.
Lezen om informatie op te doen De kandidaat kan:
- belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen;
- eenvoudige jeugdliteratuur lezen;
- door meelezen alledaags audiovisueel materiaal begrijpen.
Instructies lezen De kandidaat kan:
- helder geschreven, ondubbelzinnige instructies begrijpen.
|